De terugkeer van de Joodse kinderen

In 2020 vieren en gedenken we dat ons land 75 jaar geleden is bevrijd. ‘Stichting De Verhalen’ wil daarom volgend jaar een groep Joodse onderduikkinderen nog één keer in Friesland samenbrengen. Petra de Joode belt met initiatiefnemer Gerard van der Veer.

Friesland is op zoek naar uit Amsterdam gesmokkelde Joodse kinderen

210 Joodse kinderen werden in de oorlog van Amsterdam naar Friesland gesmokkeld. In Friesland wil men volgend jaar zoveel mogelijk kinderen van toen samenbrengen.

Al tientallen reacties op zoektocht naar Joodse kinderen

De zoektocht naar Joodse kinderen die in de oorlog in Fryslân ondergedoken hebben gezeten, heeft tot dusver tientallen reacties opgeleverd. Het project ‘De terugkeer van de Joodse kinderen’ probeert die kinderen volgend jaar mei terug te brengen naar Fryslân, bij het herdenken van 75 jaar bevrijding.

Project wil Joodse kinderen volgend jaar terugbrengen naar Fryslân

In de Tweede Wereldoorlog zaten honderden Joodse kinderen ondergedoken in Fryslân. Binnen hun Friese pleeggezin overleefden ze de oorlog. Het project ‘De terugkeer van de Joodse kinderen’ probeert die kinderen naar Fryslân terug te brengen in mei 2020, bij het herdenken van 75 jaar bevrijding.

Op zoek naar jonge Joodse onderduikers

Op een herdenkingsbijeenkomst in mei 2020 wil Stichting De Verhalen 210 Joodse onderduikkinderen nog één keer in Fryslân samenbrengen. In de oorlog werden ze over het IJsselmeer uit Amsterdam hierheen gesmokkeld. Inmiddels zijn ze – voor zover nog in leven – hoogbejaard. Het plan is om ze straks in Fryslân hun verhaal te laten vertellen. Iedereen kan helpen om ze terug te vinden.

Fryslân zoekt jonge Joodse onderduikers

Op een herdenkingsbijeenkomst in mei 2020 wil Stichting De Verhalen zo’n zeventig Joodse onderduikkinderen nog één keer in Fryslân samenbrengen. Friese media slaan de handen ineen om het publiek te helpen deze kinderen en hun onderduikouders te vinden.

Tientallen reacties uit binnen- en buitenland over Joodse kinderen

De oproep in de Friese media om informatie over de 210 Joodse kinderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Amsterdam naar Friesland zijn gesmokkeld, heeft inmiddels tientallen reacties opgeleverd.

Speurtocht naar jonge Joodse onderduikers

Op een herdenkingsbijeenkomst in mei 2020 wil Stichting De Verhalen zo’n zeventig Joodse onderduikkinderen nog één keer in Friesland samenbrengen. Het gaat om kinderen die in 1942 en 1943 vanuit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam over het IJsselmeer naar Friesland werden gesmokkeld. In totaal kregen zo 210 crechekinderen een Fries onderduikadres.

Hulp aan Joden begon te laat

In de Tweede Wereldoorlog werden 210 Joodse kinderen vanuit Amsterdam over het IJsselmeer naar Friesland gesmokkeld. Deze krant wil ze samen met Stichting De Verhalen, Friesch Dagblad en Omrop Fryslân opsporen. Iedereen kan helpen.

Evalina Stad

Evalina Stad werd in mei 1943 als baby door een tweetal studentes als een klein pakketje afgeleverd bij de pastorie van de Remonstrants-Doopsgezinde Gemeente in Dokkum. Daar werd ze liefdevol opgevangen door de predikante Agniet Frevel en haar vriendin Fem Steenbergen. Vele bedreigde Joodse kinderen kregen daar een veilig tijdelijk opvanghuis.

De naam van het meisje was onbekend, net als haar leeftijd. De twee vrouwen besloten dat ze bij hun zou blijven. Ze gaven haar de onderduiknaam Doortje Mulder. De een werd tante (Agniet) en de andere mam (Fem). Dat bleven ze hun leven lang en tot ze trouwde bleef Evalina bij hun wonen. In geval van huiszoekingen door de Duitsers werd ze in het kolenhok verstopt of bij een tante met een grote zolder ondergebracht. Er waren nog twee oudere meisjes, half-joods, met een soort vluchtelingenstatus. Alle drie werden ze door de dames als hun eigen kinderen beschouwd.

Na de bevrijding verscheen onverwachts een tante die de oorlog had overleefd. Zij kende Doortjes echte naam en leeftijd. Van haar hoorden ze ook dat weinigen van de familie waren overgebleven. Evalina’s ouders hebben de oorlog ook niet overleefd, zij zijn vermoord in Sobibor en Mauthausen.

Pas op latere leeftijd, toen ze al getrouwd was en kinderen kreeg, werd Evalina zich ervan bewust wat een impact de oorlog op haar en haar familie had gehad. Ze kreeg contact met een groep mensen die elkaar en anderen hielpen de ellendige herinneringen en spoken van de oorlog te verdrijven. Ook werd ze vrijwilligster voor Herinneringscentrum Westerbork om als gastspreekster op scholen aan leerlingen te vertellen over haar leven in een tijd waarin vrijheid niet vanzelfsprekend was.