Henk Benno Haagens

Henk Benno Haagens verhuisde in januari 1943 noodgedwongen met zijn ouders uit Middelharnis naar Amsterdam. Zijn ouders doken onder, maar zijn vermoedelijk verraden en direct op transport gesteld naar Sobibor. Daar werden ze in juli 1943 vergast. Via dominee Moulijn en verzetsman Piet Holwerda kwam Henk Benno in Friesland terecht. Eerst dook hij onder in Holwerd en daarna werd hij opgevangen door de familie Rintjema in Dokkum. Dit kinderloze echtpaar had een groothandel in levensmiddelen. In Holwerd speelde Henk Benno nog wel op straat, maar in Dokkum was dat te gevaarlijk. Hij zag er te Joods uit. De laatste twee jaar van de oorlog bleef hij dan ook binnen. Naar school ging hij ook niet.

Na de bevrijding wilden de Rintjema’s graag voor hem blijven zorgen. Ook Henk Benno wilde er niet meer weg. Na veel overleg werd besloten dat hij bij hen mocht blijven in Dokkum. Zijn zusje Clara werd opgevangen door een Joods echtpaar.

Henk Benno zou zijn hele leven in Dokkum blijven wonen. Hij trouwde vrij jong en nam met zijn vrouw Corrie een slijterij-distilleerderij over, die daarvoor overigens van NSB’ers was geweest. Later begon hij een delicatessenzaak met mijn tweede vrouw Erna. Haagens Lunchroom in Dokkum bestaat nog steeds.

Zijn dochter Margaretha Koopmans-Haagens vertelt dat haar vader zelden over de oorlog sprak. “Hij was een sportieve en grappige man en lachte veel weg. Maar hij heeft wel eens gezegd dat we die onderduikouders heel dankbaar mochten zijn dat ze hem hadden verstopt.”

Brieven uit de Hollandsche Schouwburg

Hij dacht dat het een misplaatste grap was. Maar Harry Lezer kreeg begin dit jaar daadwerkelijk de brieven te lezen die zijn moeder Mary Lezer-Swaab 77 jaar geleden verstuurde vanuit de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Harry’s ouders Mary en Jozef zijn in Auschwitz omgebracht. Zelf overleefde hij de oorlog in Fryslân.

De Joodse burgemeester van Amerongen

In de serie De terugkeer van de Joodse Kinderen deze keer het verhaal van de Joodse Salomon (Sal) Roos. Terwijl hij in Ferwert zat ondergedoken, was zijn vader burgemeester van Amerongen. Sal hoopt de wonderlijke geschiedenis van Abraham Roos in boekvorm uit te geven.

Brieven uit de oorlog: “Ik dacht eerst dat het een grap was”

Hij dacht dat het een misplaatste grap was. Maar Harry Lezer kreeg begin dit jaar daadwerkelijk de brieven te lezen die zijn moeder Mary Lezer-Swaab 77 jaar geleden verstuurde vanuit de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Harry’s ouders, Mary en Jozef, zijn in Auschwitz omgebracht. Zelf overleefde hij de oorlog in Fryslân.

Brieven uit de Hollandsche Schouwburg

Hij dacht dat het een misplaatste grap was. Maar Harry Lezer kreeg begin dit jaar daadwerkelijk de brieven te lezendie zijn moeder Mary Lezer-Swaab 77 jaar geleden verstuurde vanuit de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Harry’s ouders Mary en Jozef zijn in Auschwitz omgebracht. Zelf overleefde hij de oorlog in Friesland.

Jack Eljon

Jack Eljon dook als peuter van nog geen drie jaar al onder. Zijn ouders brachten hem naar een tante in Haarlem. Tijdens de bezetting zat hij op zo’n veertien verschillende onderduikadressen. Vele malen wist hij op haast miraculeuze wijze uit de klauwen van de Duitsers te blijven. Bij zijn tante werd hij verraden. Maar Jack werd over de schutting naar de buren getild. Dat waren NSB’ers maar ze hadden medelijden met Jack en verraadden hem niet.

Daarna kwam hij via het Utrechts studentenverzet bij een gezin in Zeist. Zijn tante drukte hem daar op het hart: “Zeg nooit je echte naam. Aan niemand!” Jack heette Henkie Mulder.

Ook daar was er verraad. Jack was die dag op de kleuterschool. Toen de Duitsers daar arriveerden had hij zich verstopt in de mand van een bakkersknecht.

Via Deventer kwam hij in 1943 in Friesland terecht, op de boerderij van de familie Langeraap in Hommerts. Ook hier deden de Duitsers een huiszoeking. Jack kroop naar zolder en verstopte zich in een smalle ruimte tussen het dak en de muur. Als dun jongetje kon hij daar net doorheen.

Na de bevrijding zag hij zijn moeder in een lokaal in Sneek. ‘Ik moest langs een rij kaalgeschoren vrouwen lopen en de zeventiende was zij. Ik kroop bij haar op schoot en heb me daarna nooit meer zo gelukkig gevoeld.”

Ook zijn vader overleefde de oorlog. Toch bleef Jack altijd boos op zijn ouders. “Ze hadden me in de steek gelaten en dat heb ik ze nooit kunnen vergeven.”

 

Estha Tsaig – Gobes

Verzetsmensen in Duitse uniformen belden in juni 1943 aan bij de grootouders van Estha Tsaig-Gobes in Amsterdam. Ze was toen bijna vier jaar. Haar ouders waren eerder al elders ondergedoken. Estha kwam uiteindelijk terecht bij de schippersfamilie Wierdsma in Sneek. “De Wierdsma’s hadden twaalf kinderen, dus ik viel niet op. Ze voedden me als hun eigen kind op.” Haar nieuwe naam was Betty Wielinga.

Bij gevaar moesten jongens haar over de schutting naar de buren gooien. De matrassen lagen daar al klaar. In de buurt wist bijna iedereen wel dat ze een Joods onderduikertje was, maar niemand sprak erover. Wel was iedereen alert. “Toen ik eens naar het ziekenhuis moest omdat ik last had van schurft, lag daar een vrouw van een NSB’er. Die moest bevallen en hield mij in de gaten. Verpleegsters hebben mij toen eerder naar huis gestuurd.”

Haar ouders overleefden de oorlog. Omdat ze niet wisten waar Estha was, zetten ze na de bevrijding een opsporingsadvertentie in Trouw. Omke Hille Wierdsma zag die oproep toen hij met zijn schip in Amsterdam lag. Hij voer met de ouders van Estha naar Sneek. Ze stond op de wal en zag ineens haar vader overboord springen. “Een vreemde man voor mij die naar me toe zwom. Ik schrok erg en ben huilend naar huis gerend.” Het liefst was ze bij haar Friese onderduikouders gebleven. Estha verhuisde met haar ouders naar Amsterdam en emigreerde later naar Israël. “Toen ik trouwde waren heit en mem mijn getuigen.”

Ruth de Jonge: Vergeten verzetsheldin in New York

De Joodse Ruth de Jonge duikt tijdens de Tweede Wereldoorlog onder in het gezin van Krijn van der Helm. Ze wordt door hem ingezet bij het verzetswerk. Het was gevaarlijk, schrijft ze in een brief. Ruth staat erbij als Krijn wordt doodgeschoten. In 1953 emigreert ze naar Amerika. Deze week werd ze 99. Het verhaal van een vergeten verzetsheldin.

Ruth de Jonge, een onbekende verzetsvrouw

In de serie De terugkeer van de Joodse kinderen deze keer het verhaal van de Joodse Ruth de Jonge. Ze duikt in de oorlog onder bij verzetsman Krijn van der Helm. Ze besluit hem mee te helpen. Ruth overleeft de oorlog en is nu 99 jaar. Haar familie weet nog maar sinds kort van het verzetswerk van Ruth. In een kistje met familiedocumenten heeft haar nicht Friedi foto’s en papieren uit de oorlog teruggevonden.

Dit is het verhaal van Ruth de Jonge, een verzetsheldin van wie niemand wist dat ze nog leefde

De Joodse Ruth de Jonge duikt tijdens de Tweede Wereldoorlog onder in Leeuwarden in het gezin van verzetsman Krijn van den Helm. Ze wordt door hem ingeschakeld. Het was gevaarlijk schrijft ze in een brief. Ruth staat erbij als Krijn wordt doodgeschoten. In 1953 emigreert ze naar Amerika. Op 4 maart werd ze 99. Verhaal van een vergeten verzetsheldin.