Amper een jaar oud kwam Rachel Schrijver naar de boerderij Djiplân in Burgwert. Deze pleats lag midden in de landerijen en bezoek zag je van verre aankomen. Een ideale schuilplaats voor onderduikers die daar tijdens de oorlog een veilig onderkomen vonden. Op de boerderij woonde de jonge weduwe Petronella (Pietje) van der Werf- de Boer met haar vier kinderen en de broer van haar overleden man.
Rachel was als baby uit de crèche gered door Iet van Dijk, die lid was van de Amsterdamse Studenten Groep. Met de boot bracht ze Rachel naar Friesland.
In Sneek kwam Rachel eerst bij het doktersechtpaar Gerritsma terecht. In 1943 reed doktersvrouw Talje Gerritsma uit Sneek met een knipperende zaklamp de donkere, verlaten weg op naar de boerderij in Burgwert. Ze had Rachel bij zich. Rachel ging Martina (Matti) Haagens heten. Ze kwam op een vervalste evacuatiekaart, zogenaamd uit Rotterdam. Matti was de eerste onderduiker op het adres en er zouden er nog vele volgen. Pietje ving haar als haar eigen kind liefdevol op.
Rachel overleefde de oorlog. Toen duidelijk werd dat haar ouders waren vermoord, bleef ze op Djiplân wonen, waar ze deel uitmaakte van de familie.
‹ Ga terug...